Els Rossiau achter de toonbank van haar winkel.
Els Rossiau achter de toonbank van haar winkel.

‘Het leven heeft me veel moois gegeven’

Algemeen 1.964 keer gelezen

VALKENSWAARD - Tijdens de moeilijkste weken van haar ziekte speelde deze uitspraak van Els Rossiau steeds door mijn hoofd. Voor de mensen uit Valkenswaard die ooit in haar stoffenwinkel ‘Els Linnerie en Handwerkerie’ aan de Corridor zijn geweest, wilde ik herinneringen opschrijven. Vervlogen beelden wellicht die het waard zijn om nog één keer te landen in uw gedachten en waarvan ik hoop dat ze in warmte ontvangen mogen worden.

door Wim Raaijmakers

Als goede vriend van Ralph, haar oudste zoon ken ik Els al sinds 1979. Nu ze aan de grens van het leven staat, heb ik haar gevraagd of zij een laatste groet zou willen brengen aan de Valkenswaardse klanten van weleer. Als een saluut aan de mensen die langer in de stoffelijke wereld zullen verblijven dan dat het voor haar mogelijk zal zijn.

Madapolam en Pompadour

We spraken over de moeders die het fijne katoen voor de communiejurken van hun dochters kwamen uitzoeken. Het wikken en wegen tussen katoen, kelim of Trevira voor de overgordijnen in de nieuwbouwhuizen van het dorp. Of de handwerkende vakvrouwen die Madapolam voor zakdoeken zochten en Pompadour voor quilts en patchwork.
Voordat Els Rossiau in 1987 neer streek in Valkenswaard , had ze vijf jaar ervaring opgedaan binnen haar eigen stoffenhandel in Bergeijk. Twee jaar daarvoor debuteerde ze als middenstander in Achel nadat ze in 1980 de Moedermavo had afgerond. Haar zoons David en Ralph hadden het druk met hun studies en echtgenoot Bert Meulenbroeks werkte lange dagen als schoolleider in het speciaal onderwijs.

Ontzettend gelukkig

Els wilde iets doen met wat haar als kind al fascineerde. Haar moeder wist uit de afgedragen pakken van vader, panden te couperen die als nieuw leken in de jurken, broeken of bloesjes die ze voor Els naaide. Ze zegt: “Ik had hierdoor altijd de mooiste kleren van alle meiden in de klas. Zeker toen de mensen het erg lastig hadden vlak na de oorlog.” Els ziet zichzelf zittend bij de kachel of aan een raam. De voeten op de kantelplaat van de trapnaaimachine waarmee ze priegelde aan de poppenkleertjes. Ze herinnert zich nog scherp hoe ze geboeid was door de eindeloze variaties en mogelijkheden van het handwerken. “Als het lukte om deze minikleertjes perfect te krijgen was ik ontzettend gelukkig.”

Coupeuse die stof beheerst

In de jaren ’60 en ’70 gaven handwerk- en patronenbladen als de Marion en de Knip, een vlucht aan het zelf kleding maken. Els onderhield haar vaardigheden hiermee, maar kwam pas eind jaren ’80 op het idee om haar ervaring om te zetten in advies voor beginnende naaisters. En dat resulteerde uiteindelijk in haar eigen stoffenhandel in Achel, Bergeijk en later in Valkenswaard.
Een van de grote uitdagingen was het vermaken van een jurk voor Antje, haar schoonmoeder. “Antje was door haar vroegere zware werk op het land dusdanig krom gaan lopen, dat haar neus zowat de grond raakte. Haar rug stond hierbij horizontaal met als gevolg dat het voorpand van haar jurk over de grond sleepte wat het lopen bemoeilijkte. Ik dokterde en winkelde net zo lang totdat ik haar een waardige jurk aan had gemeten. Het is het moeilijkste wat ik ooit gedaan heb. Hier ben ik eigenlijk nog steeds wel een beetje trots op”, zegt ze lachend.

Kneepjes

Van Ton Rooymans leerde Els aanvankelijk de kneepjes van het speuren naar kwaliteitsstoffen en het onderhandelen over een scherpe prijs. Dit voordeel gaf ze zo goed als het ging, door aan haar klanten. De vraag naar speciale stoffen en fournituren bleef toenemen waardoor Ans Schrijvers voor twee dagen per week kwam assisteren.
Els leerde de moeders die met hun dochters naar de winkel kwamen, dat de moeders eerst zelf een stoffenselectie moesten maken waaruit hun meiden konden kiezen. “Die meiskes werden helemaal overspoeld door de honderden mogelijkheden die ze zagen. Maar als de moeders het overzichtelijk maakten door ze vijf keuzemogelijkheden te geven die ze vooraf hadden bepaald, dan was iedereen snel tevreden.”

Schoonheid en creativiteit

In de jaren ‘90 wonnen patchwork (het aan elkaar naaien van kleine stukjes stof) en quilten aan populariteit. Dit stimuleerde Els om op zoek te gaan naar bijzondere materialen en stoffen waarmee sommige klanten ware kunstwerken maakten. “Er waren dames die erg vroeg in de ochtend langskwamen om hun patchwork sprei, hun gequilte jurk of –jas te laten zien. Aan sommige stukken was langer dan een jaar gewerkt en regelmatig viel mijn mond open van zo veel schoonheid en creativiteit. We stonden dan wel eens zwijgend met tranen in de ogen. Zo mooi.”
En er was de rage om repen stof te naaien en te vullen met wol of kapok. Met deze gevlochten strengen maakten vrouwen dan decoratie kransen. En natuurlijk worden er sinds mensenheugenis lappenpoppen en stofdieren gemaakt.
In 1997 overleed plotseling haar man en kwam er veel verdriet haar leven in. Toch hielden de winkel en de trouwe klanten haar ook op de been. De invoering van de euro in 1999 in het electronische betalingsverkeer en vanaf 2002 ook in het dagelijkse gebruik, en een veranderend publiek in het dorpscentrum deden haar in 2002 besluiten om na vijftien jaar de handdoek in de ring te gooien.

Komen en weer gaan

Els zegt: “De modegrillen komen aanstormen en doven langzaam weer uit. Ik heb genoten van de vele vragen en ideeën die de mensen meebrachten naar de winkel. De gesprekken over wat hen bezighield. De blijdschap als ze met inspiratie weer naar hun huisvlijt vertrokken.”
Els staart in een verte en lijkt haar klanten nog even voor zich te zien staan. Ze is moe geworden van dit interview en heeft niet veel kracht meer. “Zeg maar dat ik dat het allermooiste heb gevonden: de mensen en het contact dat we in de winkel hadden.”

Namens Els Rossiau veel dank en lieve groeten aan de mensen in Valkenswaard.

Els Rossiau (l) tijdens de officiële opening van haar winkel
Els Rossiau in haar stoffenwinkel.
Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant